De voormalige katholieke schuilkerk De Hoop in Diemen is een van de weinige nog bewaard gebleven schuil- of huiskerken in ons land. Het bekendste voorbeeld daarvan is haar Amsterdamse zusterkerk ’Ons lieve Heer op Solder’. Maar wat De Hoop als monument uniek maakt is dat het in 1786/’87 als ‘Rooms kerkhuys’ gebouwd is. Tot dan toe waren de meeste schuilkerken in een bestaand gebouw (zoals een pakhuis of een boerderij) ondergebracht.
Voorgeschiedenis
In 1787 werd de De Hoop als kerk ingewijd. Kerkhistorisch gezien ging daar echter een lange geschiedenis aan vooraf. Die begon in de 12de eeuw (vermoedelijk 1136), toen er op een van de terpen van het huidige Oud-Diemen (in Diemen-Noord) een, waarschijnlijk houten, kerkje verrees, zoals archeologisch en historisch onderzoek heeft uitgewezen. De oudste schriftelijke vermelding van een pastoor dateert van 1276. De aan Maria gewijde kerk werd later in de middeleeuwen in steen opgetrokken, vergroot en van een toren voorzien. Deze kerk zou overigens in 1807 wegens bouwvalligheid worden afgebroken.
Gedoogd
In het kielzog van de reformatie in de 16e eeuw werd de Diemense Mariakerk rond 1584 ingericht als protestantse (gereformeerde) kerk. Met het dominant worden van de gereformeerde religie in Nederland kregen andere geloofsrichtingen, en vooral de katholieke, met restricties te maken. Hun kerken mochten er aan de buitenkant niet als kerk uit zien, vandaar de term ‘huiskerk’, ‘kerkhuys’ of ‘schuilkerk’. In 1630 kreeg ook Diemen zijn schuilkerk toen het katholieke Diemenaren werd toegestaan om in Overdiemen een ‘huiskerk’ in te richten. Deze werd gewijd aan Petrus’ Banden (de geboeide apostel stond ongetwijfeld symbool voor het ‘gedoogde’, half-ondergrondse bestaan van de katholieke kerk in die tijd; zie het Bijbelhoofdstuk Handelingen 12: 7-10). Het ‘rooms kerkhuys’ was ondergebracht in een stolpboerderij aan de Overdiemerweg en heeft dienstgedaan tot de inwijding van De Hoop in 1787.
Bouw van De Hoop
Dat De Hoop aan de Hartveldse weg in Diemerbrug verrees had alles te maken het toegenomen belang van dit deel van Diemen sinds de aanleg van de Weesper- en Muidertrekvaart in 1637-1640. Het initiatief tot de bouw werd genomen door pastoor Johannes Hegeman. En hoewel de regels voor niet-gereformeerde geloofsrichtingen in de 18e eeuw al minder streng geworden waren, mocht de nieuwe katholieke kerk er van buiten nog steeds niet als een kerk uit zien. De ingang was aan de achterzijde en de ramen mochten niet te groot zijn, zodat vanaf de straat niet naar binnen gekeken kon worden.
Achter de onopvallende buitenkant ging echter een rijkversierd interieur schuil, dat verwant was aan dat van de Amsterdamse schuilkerken De Liefde en de kapel van het Maagdenhuis. Het ontwerp was – vrijwel zeker – van de meester- metselaar W. van Wouw. Het stucwerk met alle versieringen was van de hand van de stukadoors gebroeders J. en M. de Wolff. In 1795 werd De Hoop beschreven als ‘een schoon gebouw, welks wederga zeker zelden op het platte land gevonden wordt’.
Verenigingsgebouw
Met de bouw van een nieuwe pastorie naar een ontwerp van A.C. Bleijs (tevens architect van de Amsterdamse Sint Nicolaaskerk) in 1882 kreeg De Hoop ook een kerktoren met luidklok. Ook de voorgevel van De Hoop werd toen vernieuwd. Met de bouw van de nieuwe St. Petrus’ Bandenkerk in 1910 verloor De Hoop echter haar kerkelijke functie. De voormalige schuilkerk diende voortaan als verenigingsgebouw voor verschillende katholieke organisaties. Het interieur verdween daarbij grotendeels achter betimmeringen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten de inwoners van Diemen hier hun radio’s en radio-onderdelen inleveren. In 1945 werden hier voedselpakketten uitgedeeld aan hongerige Diemenaren. De Hoop bleef tot in de jaren ’60 dienen als verenigingsgebouw. Daarna werd het voormalige kerkje gedegradeerd tot meubelopslagplaats en vervolgens was er nog een school voor huisorgels in gevestigd.
Brand en restauratie
Na een verwoestende brand in de nacht van 16 op 17 november 1990 dreigde sloop. Pas toen beseften de inwoners van Diemen wat voor een uniek bouwwerk verloren zou gaan. De in 1991 opgerichte Historische Kring Diemen begon een actie tot herstel, die vanaf 1994 door de daartoe opgerichte Stichting Monument Schuilkerk De Hoop werd gevoerd. Middels publieksacties, bestuurlijk overleg en PR wist zij Diemen voor het restauratieplan te winnen. En door fondsenwerving al in een aanzienlijk deel van de vermoedelijke restauratiekosten te voorzien.
Restauratie
Met steun van de gemeente Diemen (die ook een belangrijke financiële bijdrage toezegde) werd de Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel (sinds 1 januari 2000 Stadsherstel Amsterdam) bereid gevonden de bouwval over te nemen en geheel in oude glorie te doen herrijzen. Het was voor ‘Stadsherstel’ het eerste restauratieproject buiten de gemeentegrenzen van Amsterdam en een statutenwijziging was daarvoor noodzakelijk. Het door Rappange & Partners Architecten B.V. opgestelde restauratieplan werd uitgevoerd door bouwbedrijf Schakel & Schrale B.V.
De Hoop blijft. Kamermuziek in De Hoop
Op 27 februari 1998 heropende mr. Pieter van Vollenhoven de voormalige, uit zijn as herrezen schuilkerk De Hoop. Diemen werd daarmee een unieke locatie rijker. De Hoop is bij uitstek geschikt voor concerten maar het gebouw leent zich ook voor recepties, lezingen, vieringen van jubilea of vergaderingen. Bovendien kan men er trouwen. Hiermee heeft De Hoop, dankzij velen die ‘De Hoop niet opgaven’, zijn plaats in de Diemense gemeenschap herkregen.
Toen het doel van de restauratie bereikt was werd besloten de Stichting Monument Schuilkerk De Hoop een andere functie te geven, namelijk de bevordering van het culturele gebruik van De Hoop en dan vooral van het gebruik als concertzaal. Onder de naam Stichting Vrienden van De Hoop (vanaf 2019 Stichting Vrienden van Schuilkerk De Hoop) werd in 1999 begonnen met de organisatie van de jaarlijkse concertserie Kamermuziek in De Hoop. Deze op de laatste zondagen van de maanden september, oktober, november, januari, februari en maart gegeven concerten zijn inmiddels vermaard geworden.